Biologisch melkveebedrijf Valk-van Dam

Biologisch melkveebedrijf Valk-van Dam

In Broekland staat het biologische melkveebedrijf van Erik en Rianne Valk. Hier worden zo’n 90 koeien en 40 stuks jongvee van de rassen Holstein-Friesian en Maas-Rijn-IJssel gehouden. Het bedrijf levert aan Friesland-Campina, en heeft een verkooppunt van verse rauwe melk en (rauwmelkse) kaas gemaakt van eigen melk. De koeien hebben een ligmogelijkheid in de stal, kunnen worden geborsteld en de stal wordt automatisch schoongehouden door een kleine rondrijdende robot. Ze hebben het goed voor elkaar. Wanneer je de koe het beste leven geeft, dan heb je dat zelf ook, aldus een wijze uitspraak van Erik. De koeien hebben binnen toegang tot drinken en worden onderweg naar buiten gemolken door een automatische melkmachine. De melk wordt daarna alleen gefilterd en meteen gekoeld opgeslagen in een tank. De rauwe melk smaakt subtiel naar vers hooi en is heerlijk romig. Alle goede bacteriën zitten er bovendien ook nog in.

Hogere stikstofgehalte in mest

Aan de drijfmest in de stal voegen Erik en Rianne een oplossing met bacteriën toe. Het middel zorgt voor een ongunstige leefomgeving voor anaerobe bacteriën, waardoor omzettingsproducten van deze bacteriën (methaan en ammoniak) minder vrijkomen. De aerobe bacteriën worden dominant aanwezig en leggen de stikstof vast in hun bacteriële eiwit wanneer ze het organisch materiaal verteren. Hierdoor blijft het stikstofgehalte in de mest hoger. Een deel van de drijfmest wordt uitgeperst, waarna het vaste deel wordt hergebruikt als ligmateriaal in de stal.

mellkveehouderij Valk
Erik en Rianne Valk

Gezond en divers dieet voor de koeien

Sinds 2013 is het bedrijf overgeschakeld op het enkel voeren van gras. Dit doen Erik en Rianne omdat gras de natuurlijke voedingsbron van rundvee is. Bovendien is het gebruik van krachtvoer zoals mais en soja eigenlijk inefficiënt qua eiwitgebruik. Op dit bedrijf zijn ze ervan overtuigd dat eten geschikt voor menselijke consumptie niet gebruikt zou moeten worden als veevoer. Vanaf het vroege voorjaar lopen de koeien daarom buiten om zich tegoed te doen aan gras, eiwitrijke klaver en de verscheidene andere kruiden die op de percelen groeien. Dit is een gezond en divers dieet, wat bijdraagt aan de hoge voedingswaarde van de melk. Het jongvee graast van het voorjaar tot en met het najaar in het natuurgebied van Staatsbosbeheer in de uiterwaarden van de rivier de IJssel bij Wijhe. In de winter worden er hooi en kuilvoer gevoerd, gemaaid van de percelen die niet begraasd zijn. De koeien krijgen kleine hoeveelheden zeezout en calcium uit gemalen schelpen bij het voer, om ze van alle belangrijke mineralen te voorzien. De koeien worden geleidelijk aan gefokt naar een kleiner, meer natuurlijk formaat, dat beter in staat is om volledig van gras te leven.

Gezond bodemleven

Vanaf 2015 is het bedrijf biologisch geworden, wat onder andere betekent dat er sindsdien geen kunstmest meer wordt ingezet. De grasopbrengst daalde hierdoor initieel, omdat het bodemleven eerst tijd nodig had om zich te herstellen. Inmiddels zit de grasopbrengst weer op het oude niveau. De klaver, de stikstofbindende ‘groene motor van de biologische melkveehouderij’, zorgt voor veel beschikbare stikstof voor grasgroei. De focus ligt op het voeden van het bodemleven in plaats van het direct voeden van de plant. Je moet het bodemleven “stimuleren, niet frustreren”, en zorgen dat de plant in symbiose samenwerkt met al het leven in de bodem, aldus Erik.

Aan de drijfmest wordt stalstro toegevoegd om de koolstof:stikstof ratio te verhogen. Dit wordt tegen het eind van de zomer uitgereden, wanneer de activiteit van bacteriën in de bodem op zijn hoogst is. Mest dat niet op het eigen land wordt gebruikt gaat naar een akkerbouwer in de buurt. Het beweiden zorgt ook voor een natuurlijke bemesting van de bodem. De vaste mest zorgt voor verhoging van het organische stof-gehalte in de bodem. Stro in de vaste mest stimuleert bijvoorbeeld wormen, die de bodemstructuur op hun beurt weer positief beïnvloeden en waterinfiltratie bevorderen met hun tunnels. De mestflatten worden door vliegenlarven, kevers en wormen te lijf gegaan en verspreid door de bodem, waarna het gras door de gemaakte gangen zijn weg naar boven weer vindt. Het uitspreiden van de mestflatten met een tractor is daarom niet nodig.

Collega-boeren die al met natuurlijke productiemethoden bezig waren, zijn een grote hulp en inspiratie voor deze bevlogen melkveehouders geweest. Samen vormen zij De Vereniging tot Behoud van Boer en Milieu (VBBM). Het doel is om collega’s te helpen, kennis te delen en te inspireren richting landbouw in samenwerking met de natuur. Met alle wijsheid die daar in besloten ligt, is de natuur zelf echter de beste leermeester.