Paludicultuur – natte teelt

Paludicultuur – natte teelt

Agrarische percelen worden op grote schaal ontwaterd om landbouw mogelijk te maken. Met name in het veenweidegebied zorgt dit voor bodemdaling en daarmee gepaard gaande veenoxidatie en CO2-uitstoot. Paludicultuur is een nieuwe vorm van landbouw die geschikt is om toe te passen in gebieden met een hoge grondwaterstand, zoals veengebieden. Gewassen die verbouwd kunnen worden zijn bijvoorbeeld lisdodde, veenmos, kroosvaren, cranberries, riet, wilgen en wilde rijst. Veenmos is onder andere geschikt als substraat voor groente- of bollenteelt, waar lisdodde en riet veelgebruikte grondstoffen voor bouwmaterialen zijn. Daarnaast kan lisdodde en kroosvaren gebruikt worden als veevoer. Het Louis Bolk Instituut doet momenteel onderzoek naar de verdere toepassing van natte teelt gewassen als veevoer. Ook wordt onderzocht hoe deze gewassen het beste verbouwd en geoogst kunnen worden. Naast natte teelten kan ook worden gedacht aan het houden van waterbuffels in de veenweide in plaats van koeien. Waterbuffels kunnen goed tegen nat land en zijn bovendien robuuste dieren die hoog kwalitatieve en gezonde producten kunnen afleveren.

Naast het tegengaan van bodemdaling en verminderen van CO2-uitstoot, zorgt natte teelt met alternatieve gewassen ook voor stimulering van biodiversiteit. Moerassoorten zoals libellen, verschillende vogels, maar ook verschillende soorten orchideeën kunnen hiervan profiteren. Bovendien vindt ondergronds nieuwe veenvorming plaats waarbij CO2 wordt vastgelegd.

Meer informatie

Paludicultuur is nog een vrij nieuw begrip in de landbouw. Er wordt veel onderzoek naar gedaan. Het Louis Bolk Instituut heeft experimenten met natte teelt gewassen in de melkveehouderij uitgevoerd. Mogelijkheden voor de teelt van riet, lisdodde, miscnathus en wilg zijn te vinden in dit rapport. Verder staat er in dit rapport van het Vakblad natuur, bos en landschap waardevolle informatie en ook dit artikel in het Stadswerk Magazine geeft interessante kennis.

De Natuur en Milieufederaties werken ook aan het project Valuta voor Veen. Door het opnieuw onderwater zetten van drooggelegde veenweide percelen wordt de oxidatie van veen en dus de CO2 uitstoot verlaagd. Dit betekent dat het land minder of anders geschikt wordt voor agrarische productie (zie voorbeelden hierboven). Een verdienmodel om dit te kunnen doen en zo bij te dragen aan de strijd tegen klimaatverandering, zijn zogeheten carboncredits. CO2 certificaten kunnen worden gekocht door bedrijven. Zo kunnen zij hun impact met compensatie verminderen en andere partijen helpen in de omslag naar duurzaam produceren.

Subsidies

Op dit moment zijn er nog geen officiële subsidies voor paludicultuur. Er wordt echter wel financiering gegeven voor pilotprojecten en onderzoeksprojecten. Ook loopt er nog onderzoek naar mogelijkheden om subsidie te krijgen voor CO2-vastlegging in de bodem in de vorm van carbon credits.

Andere natuurinclusieve maatregelen

Op zoek naar andere maatregelen om natuurinclusieve landbouw toe te passen? Kijk dan op deze pagina voor een compleet overzicht.

Bronnen

Fritz, C., Lamers, L. P. M., Dijk, G. V., & Smolders, A. J. P. (2014). Paludicultuur–kansen voor natuurontwikkeling en landschappelijke bufferzones op natte gronden.

Van Gerwen, R. (2010). Vernatten van Veengebieden – Natte teelt kansrijk voor agrariërs

Project Veen, Voer, Verder. Natte teelten als alternatief landgebruik in het veenweidengebied.