Akkerbouwbedrijf Kop van Noord-Holland

Akkerbouwbedrijf Kop van Holland

We boeren hier op “babygrond die niet goed is opgevoed” begint Arco Klok zijn verhaal. De grond is pas in 1934 ingepolderd en is dus in feite piepjong. Boeren zijn na de tweede wereldoorlog massaal met kunstmest aan de slag gegaan en vervolgens is er nu zo’n driekwart eeuw intensieve landbouw gaande die de structuur van de grond niet ten goede is gekomen. Boer Arco Klok is zich hier van bewust en neemt innovatieve maatregelen om zo goed mogelijk met de bodem om te gaan.

De omslag

Arco zag dat het anders moest. Het water bleef staan, waardoor sommige delen van het land niet meer te oogsten waren. Hij raakte geïnspireerd door een Canadese adviseur die hem de Albrecht methode bijbracht. Bemesting via de Albrecht methode houdt in dat de voedingselementen in de bodem in balans worden gebracht, zodat de plant ze optimaal kan benutten; niet te weinig, maar ook niet te veel van bepaalde mineralen, want dat kan de opname ook belemmeren.

Om balans in de bodem te bereiken, is het ook belangrijk het organische stof gehalte van de bodem te verhogen. Dat leidde voor Arco tot de omslag naar niet-kerende grondbewerking (NKG), bodembedekking met gewasresten en het jaarrond toepassen van groenbemesters. In een studiegroepje en met eigen experimenten leerde Arco verder over NKG, groenbemesting en alles wat daarbij komt kijken. Met vallen en opstaan kwam Arco verder en zag hij met eigen ogen dat de grond zich herstelde, mits “je goed naar de bodem luistert; Je moet niet zaaien als het niet kan; als je kunt wachten tot de grond er klaar voor is, resulteert dat uiteindelijk in een beter gewas.”

Onaangepaste techniek? Dan passen we de techniek toch aan de natuur aan?

Dat de huidige mechanisatie en techniek nog niet erg is aangepast op natuurinclusieve landbouw, houdt Arco niet tegen. Om te kunnen zaaien met gewasresten op het land, haalde hij een schijfzaaier uit Duitsland en paste zelf de onderdelen zo aan dat hij kan zaaien binnen zijn bodemplan. Verder zet hij zijn “spuitmachine” ook voor andere doeleinden in. De machine is ideaal om specifieke bemesting toe te passen. “De buren denken dus dat ik veel spuit, maar in feite ben ik bezig met precisielandbouw.” Hij past de bemesting niet over het hele land toe, maar alleen in de rijen. “Zo krijgen de planten precies wat ze nodig hebben en ook niet meer dan dat.”

Bloemstroken voor gewasbescherming

Rondom de akkers met onder andere sojabonen en quinoa heeft Arco bloemstroken ingezaaid om de diversiteit aan insecten te stimuleren. De insecten helpen bij het voorkomen van ziekten en plagen, waardoor hij minder hoeft te spuiten. Hij moet daarvoor wel zelf uitvinden welke mengsels voor hem goed werken en hoe de randen het beste beheerd kunnen worden. Via de collectieven wordt met name aangestuurd op akkerranden voor vogels, maar die leveren voor de boer vaak weinig op. Het moet wel een win-win (-win) situatie zijn, voor de natuur, het milieu én voor de boer.